De Edo-periode (江戸時代, Edo jidai), ook wel bekend als de Tokugawa-periode, was een tijd van grote sociale, economische en culturele veranderingen in Japan. Het duurde van 1603 tot 1868 en was gekenmerkt door de heerschappij van de Tokugawa-shogunaten, een militaire dictatuur die het land bestuurde via een feodale systeem van heren en leenmannen. Tijdens deze periode was Japan afgesloten van de rest van de wereld, de “sakoku”, en onderging het een periode van relatieve vrede en stabiliteit, wat leidde tot de ontwikkeling van een unieke cultuur en samenleving. De Edo-periode wordt ook opgemerkt vanwege de groei van de koopliedenklasse, de ontwikkeling van de kunsten en de verspreiding van de populaire cultuur.
Een geschiedenisles van het begin tot einde
De Edo-periode heeft een tijdspanne van ongeveer 260 jaar in Japanse geschiedenis die begon in 1603 en eindigde in 1868. Deze periode was gekenmerkt door de heerschappij van de Tokugawa-shogunaten, een militaire dictatuur die het land bestuurde via een feodale systeem van heren en leenmannen.
Bloedige tijden in Japan voor de Edo-periode
De periode voor de Edo-periode in Japan heet de Sengoku-periode (1467-1603). Dit is een periode van bijna 150 jaar waarin Japan werd geteisterd door burgeroorlogen, waarbij verschillende machtige leiders, zoals de samurai-leiders Oda Nobunaga, Toyotomi Hideyoshi en Tokugawa Ieyasu, om de macht vochten. De Sengoku-periode eindigde met de stabilisatie van het land onder de heerschappij van de Tokugawa-shogunaat, dat de Edo-periode inluidde.
De 17e eeuw, het begin van een nieuw tijdperk
In de 17e eeuw, tijdens de beginjaren van de Edo-periode, werd Japan grotendeels geherstructureerd door de eerste Tokugawa-shogun, Ieyasu. Hij vestigde de hoofdstad in Edo (nu bekend als Tokyo) en implementeerde een aantal maatregelen om de stabiliteit en macht van de shogunaten te versterken. Dit omvatte het creëren van een strikt hiërarchisch systeem van sociale klassen en het isoleren van Japan van de rest van de wereld genaamd de sakoku. Een leuk weetje is dat de Nederlanders in deze periode wel mochten blijven handen met Japan via het eilandje Deshima. Lees hier meer over de interessante band en geschiedenis die Nederland en Japan hebben gedeeld tijdens de sakoku.
De 18e eeuw, de gouden jaren van het Edo tijdperk
In de 18e eeuw, tijdens de bloeitijd van de Edo-periode, begon de samenleving van Japan zich sterk te ontwikkelen. Er ontstond een groeiende koopliedenklasse die rijkdom en invloed verwierf, terwijl de landadel en samoerai-klasse hun macht behielden. De Japanse kunsten zoals Kabuki-theater, Ukiyo-e kunst, Japanse prentkunst en haiku verspreidden zich snel door het land. We kunnen wel stellen dat dit Japans gouden eeuw was.
De 19e eeuw, het einde van een bloedlijn
In de 19e eeuw, tijdens de laatste jaren van de Edo-periode, begonnen er echter tekenen van verzwakking van de shogunaten te verschijnen. Binnenlandse conflicten en economische problemen begonnen te ontstaan, en druk van buitenaf, vooral vanuit westerse landen, begon te groeien. In 1868 werd de laatste shogun afgezet en begon de Meiji-periode, markerend het einde van de Edo-periode.
De Edo-periode was een cruciale tijd in de Japanse geschiedenis, waarin de samenleving zich ontwikkelde en veranderde, en waarin de unieke Japanse cultuur ontstond. Hoewel er problemen ontstonden in de latere jaren, was het in grote lijnen een tijd van vrede en stabiliteit, waardoor Japan de kans kreeg om zich te ontwikkelen en te groeien.
Wist je dat de yakuza een rol speelde met de val van het shogunaat? Het was namelijk één van de eerste georganiseerde misdaad bendes die politieke macht uitoefende.
Een nieuw tijdperk, de Meiji-periode
De periode na de Edo-periode in Japan heet de Meiji-periode (1868-1912). Deze periode markeert het einde van de Tokugawa shogunaat en het begin van de moderne tijd in Japan. Tijdens de Meiji-periode werd Japan grondig hervormd onder leiding van de Meiji-keizers, waarbij het land zich opende voor invloeden uit het buitenland en snel moderniseerde. De Meiji-hervormingen zorgden voor een snelle economische groei en de opkomst van Japan als een wereldmacht. De Meiji-periode eindigde met de dood van keizer Meiji in 1912 waar ter ere van de beroemde Meiji-schrijn voor is opgericht.
Nederland tijdens de Edo-periode
Nederland speelde een belangrijke rol in de economie van Japan tijdens de Edo-periode. Want de Nederlandse handelaren waren de enige buitenlanders die toegang hadden tot Japan tijdens deze periode van isolement, en hun handel was beperkt tot de havenstad Nagasaki. Nederlandse handelaars speelden een belangrijke rol in de introductie van Westerse technologie en wetenschap in Japan tijdens de Edo-periode. Zo zie je bijvoorbeeld unieke sterforten (die wij bijvoorbeeld in Naarden en Brielle hebben) terug in Japan, deze zijn gebaseerd op Nederlandse bouwtekeningen.
Wil je meer weten over de Edo-periode en reis je af naar Japan? Dan kunnen wij aanraden om het Edo-Tokyo Museum in Tokyo te bezoeken. Hier krijg je een prachtige kijk in de geschiedenis van Japan.
Belangrijkste momenten tijdens de Edo-periode
Hieronder volgen enkele van de belangrijkste momenten van de Edo-periode, ze waren tekenend voor hoe Japan nu is geworden.
- Vestiging van de hoofdstad in Edo (nu bekend als Tokyo) in 1603: De eerste Tokugawa-shogun, Ieyasu, verplaatste de hoofdstad van Kyoto naar Edo en maakte de stad tot de politieke en culturele centrum van Japan.
- Isolatie van Japan van de rest van de wereld in 1639: De derde shogun, Iemitsu, sloot Japan af voor buitenlandse contacten tijdens de sakoku, waardoor Japan zich kon ontwikkelen zonder invloed van buitenaf.
- Sankin Kotai systeem in 1635: Dit systeem vereiste dat de daimyos (regionale heersers) regelmatig naar Edo moest reizen om hun trouw aan de shogun te tonen en om te voorkomen dat ze hun eigen macht zouden opbouwen. Dit systeem hielp de shogunaten om hun controle over het land te behouden.
- Matthew Perry: In 1853 vaarde de Amerikaanse scheepvaartofficier Matthew Perry met vier oorlogsschepen naar Japan en eiste de opening van Japan voor de handel. Dit leidde tot de ondertekening van het “Kanagawa-verdrag” in 1854, waardoor Japan werd gedwongen om handelsposten te openen voor de Verenigde Staten.
- Einde van het shogun-aat in 1868: In 1868 werd de laatste shogun, Yoshinobu, afgezet door imperiale troepen, markerend het einde van de Edo-periode en het begin van de Meiji-periode. Dit leidde tot een einde van de militaire dictatuur en de herstelling van de keizerlijke macht.
Shoguns tijdens de Edo-periode
Tijdens de Edo-periode, ook wel bekend als de Tokugawa-periode, waren er in totaal 14 shoguns van de Tokugawa clan die het land bestuurden. Hieronder volgen de belangrijkste shoguns en enkele van hun belangrijkste momenten:
- Ieyasu Tokugawa (1543-1616): De eerste Tokugawa-shogun, Ieyasu, vestigde de hoofdstad in Edo (nu bekend als Tokyo) en implementeerde maatregelen om de stabiliteit en macht van de shogunaten te versterken. Hij creëerde ook een strikt hiërarchisch systeem van sociale klassen en isoleerde Japan van de rest van de wereld.
- Hidetada Tokugawa (1579-1632): De tweede shogun, Hidetada, was de zoon van Ieyasu en volgde hem op als shogun. Hij voortgezet de politiek van zijn vader en maakte Edo de officiële hoofdstad van Japan.
- Iemitsu Tokugawa (1604-1651): De derde shogun, Iemitsu, was de kleinzoon van Ieyasu. Hij versterkte de macht van de shogunaten door het versterken van de controle op de daimyos (regionale heersers) en het verminderen van hun autonomie. Hij introduceerde ook de “Sankin Kotai” systeem waarin daimyos verplicht waren regelmatig naar Edo te reizen. Dit moesten de opperhoofden van de Nederlandse V.O.C. enclave in Deshima ook één maal per jaar ondernemen. Gezien zij als een lage
- Ietsuna Tokugawa (1641-1680): De vierde shogun, Ietsuna, was de kleinzoon van Iemitsu. Hij was een grote bewonderaar van Confucianisme en was een belangrijke beschermer van de literatuur en filosofie. Hij bouwde ook vele tempels en shrines in Edo.
- Tsunayoshi Tokugawa (1646-1709): De vijfde shogun, Tsunayoshi, was de zoon van Ietsuna. Hij is bekend om zijn humane politiek, waaronder het verbieden van slavenhandel en het beschermen van dieren, vooral honden. Hij was ook een grote bewonderaar van Confucianisme en steunde de oprichting van verschillende Confuciaanse scholen.
- Ienobu Tokugawa (1662-1712): De zesde shogun, Ienobu, was de neef van Tsunayoshi. Hij was een van de meest efficiënte shoguns van de Edo-periode en bracht veel verbeteringen aan in de infrastructuur van het land.
- Yoshimune Tokugawa (1684-1751): De zevende shogun, Yoshimune, was de kleinzoon van Ienobu. Hij bracht economische hervormingen door die leidden tot een groeiende economie en een vermindering van de schulden van de shogunaten. Hij stelde ook een aantal wetten en regels in om corruptie te bestrijden en hervormde het belastingstelsel.
- Ieshige Tokugawa (1712-1761): De achste shogun, Ieshige, was de zoon van Yoshimune. Hij was een grote bewonderaar van de kunsten en steunde de ontwikkeling van architectuur, literatuur en theater.
- Ieharu Tokugawa (1751-1786): De negende shogun, Ieharu, was de zoon van Ieshige. Hij was een grote patroon van de kunsten en liet vele gebouwen in Edo bouwen, waaronder de beroemde Nijo-burcht.
- Ienari Tokugawa (1773-1841): De tiende shogun, Ienari, was de grootzoon van Ieharu. Hij was een van de langst regerende shoguns tijdens de Edo-periode, en onder zijn regering begonnen er tekenen van verzwakking van de shogunaten te verschijnen, zoals economische problemen en binnenlandse conflicten.
- Ieyoshi Tokugawa (1793-1853), Iesada Tokugawa (1824-1858) en Iemochi Tokugawa (1846-1866) volgde elkaar kort op als shogun ze droegen de bloedlijn Tokugawa maar hadden een beperkte rol in de regering en lieten de macht grotendeels in handen van de regenten.
- Yoshinobu Tokugawa (1837-1913): De laatste shogun, Yoshinobu, was de zoon van Iemochi. Hij was de laatste shogun die de macht uitoefende, maar in 1868 werd hij afgezet door imperiale troepen.
Welke Japanse kunsten bloeide tijdens de Edo-periode?
Er waren verschillende Japanse kunsten die opbloeiden tijdens de Edo-periode in Japan. Hier zijn enkele van de belangrijkste:
- Ukiyo-e: Dit is een genre van houtsnede-afdrukken en boekillustraties dat populair werd in de 17e eeuw. Het werd gemaakt voor een brede groep consumenten en afgebeeld onderwerpen variëren van populair theater, courtisanes, samoerai, landschappen en reizen.
- Kabuki: Dit is een traditionele Japanse theatervorm die ontstond in de 17e eeuw. Het kenmerkt zich door zijn grote, opzichtige kostuums, make-up, en gebaren.
- Noh: Dit is een oudere theatervorm die ook in de Edo-periode werd gespeeld. Noh is een veel serieuzere vorm van theater, met een groot aantal symbolen en een verhaal dat vaak mythologische verhalen of historische gebeurtenissen vertelt.
- Haiku: Dit is een vorm van poëzie die populair werd in de 17e eeuw. Het bestaat uit 17 lettergrepen verdeeld over drie regels.
- Washi: Dit is een soort papier gemaakt van bast van de Gampi, Mitsumata of de Kozo plant. Het werd vaak gebruikt voor boeken, schilderijen en andere kunstvoorwerpen.
- Tuinarchitectuur: De Edo-periode was ook de tijd waarin de Japanse tuinarchitectuur haar hoogtepunt bereikte. De typische Japanse tuinen uit die tijd zijn vaak klein, met een symmetrisch ontwerp, en gebruik maken van elementen als water, rotsen, bomen en kiezelpaden.
Grote branden van Edo
Door de vele houtbouw in de late middeleeuwen braken er vaak branden uit zoals de Grote Brand van Londen in 1666. Deze branden legde vaak de hele stad plat en zorgde voor veel slachtoffers. In Edo zijn er meerdere grote branden geweest, hieronder volgen enkele van de meest verwoestende.
- De Grote Brand van Meireki in 1657: Deze brand was de grootste in de geschiedenis van Edo. Hij begon op 2 maart 1657 en duurde drie dagen. Het verwoestte ongeveer een derde van de stad, waarbij ongeveer 100.000 huizen werden vernield en meer dan 100.000 mensen om het leven kwamen.
- De Grote Brand van Kanbun in 1661: Deze brand begon op 1 mei 1661 en duurde ook drie dagen. Het vernielde ongeveer een derde van de stad, waarbij ongeveer 50.000 huizen werden verwoest en meer dan 50.000 mensen om het leven kwamen.
- De Grote Brand van Genroku in 1772: Deze brand begon op 2 februari 1772 en er werden ongeveer 100.000 huizen verwoest en kwamen meer dan 100.000 mensen om het leven.
Deze branden waren vaak het gevolg van de houten huizen die de stad vormden, en de gebrekkige brandweer infrastructuur en procedures.
Enkele veelgestelde vragen door lezers van Tokyo.nl
Een shogun-aat is een vorm van regering die in Japan gedurende de Edo-periode (1603-1868) werd gebruikt. Het woord “shogun” is afgeleid van het Japanse woord “seii taishogun” wat letterlijk betekent “militaire heerser van het rijk”. Dit systeem was gebaseerd op een feodale structuur, waarbij de shogun de opperbevelhebber van het leger was en de macht had over de daimyo’s (regionale heersers) en hun bondgenoten.
Een van de beroemdste shoguns uit de Edo-periode in Japan is Tokugawa Ieyasu. Hij was de stichter van de Tokugawa-shogunaat en regeerde van 1603 tot zijn dood in 1616. Tijdens zijn heerschappij vestigde hij een stevige centrale macht en stabiliseerde hij het land na jaren van burgeroorlogen. Hij was ook verantwoordelijk voor de bouw van Edo (hedendaags Tokyo) als nieuwe hoofdstad van Japan en de verplaatsing van de keizerlijke residentie naar de stad Kyoto. Hij wordt vaak beschouwd als een van de grootste staatslieden in de Japanse geschiedenis.
Sakoku (鎖国) betekent letterlijk “gesloten land” in het Japans. Het is een term die wordt gebruikt om de periode van isolement van Japan te beschrijven, die ongeveer van 1639 tot 1853 duurde. Tijdens deze periode was het Japanse shogunaten regime bang voor invloeden van buitenaf, en legde het beperkingen op aan het verlaten van het land en het ontvangen van buitenlanders. Buitenlandse handel was beperkt tot de havenstad Nagasaki en alleen Nederlandse en Chinese handelaars werden toegelaten. Japanse onderdanen die probeerden het land te verlaten werden geëxecuteerd en degenen die terugkeerden werden gestraft. De sakoku werd pas opgeheven in 1853, toen de Amerikaanse commodore Matthew Perry Japan dwong om zich te openen voor de buitenwereld.