Bij de Japanse theeceremonie (“sadou” of “chadou“, 茶道, letterlijk “thee-weg“, dus “de weg van de thee“) wordt matcha (抹茶, groene poederthee) op een rituele manier bereid en gedronken. De ruimte waarin een theeceremonie gehouden wordt (茶室, “chashitsu“), is vaak vierkant en heeft tatami-matten op de vloer liggen. De meeste theekamers hebben een grootte van 4,5 tatami-matten, dus iets kleiner dan 3×3 meter. In het midden van de kamer is de vloer wat lager, waar de ketel met heet water staat. Hieromheen zitten de theemeester en de gasten. Ook hangt er een scroll met kalligrafie aan de muur en staat er een ikebana gestylede vaas met bloemen, beiden passend bij het seizoen.
Oorsprong van de theeceremonie
De oorsprong van de huidige Japanse theeceremonie is te vinden in het oude China. Tijdens de Song-dynastie (960 – 1279) ontstond het kloppen van gemalen thee in heet water met een “kwast” van gespleten bamboe.
Al in het begin van de 8e eeuw werd thee uit China geïmporteerd naar Japan, maar de manier om thee te drinken door het poeder op te kloppen, kwam in 1191 in Japan terecht toen de monnik Eisai Zenji terugkeerde naar Japan, nadat hij in China het zenboeddhisme had bestudeerd en ook theeplantjes mee terug had genomen naar Japan. Deze planten zijn op drie plaatsen geplant, waaronder het Uji-district vlakbij Kyoto – waar nu nog steeds hele goede thee vandaan komt.
In de 14e eeuw werd de theeceremonie populair bij zowel Zen-monniken als bij de samurai, die de theeceremonies gebruikten zodat ze rustig met de vijandelijke leiders konden praten. De samurai-theeceremonies bestonden echter vaak uit een soort raadspelletje waarin tien soorten Japanse thee werden gedronken en men moest raden welke thee het was gebaseerd op de smaak of geur.
De Zen-theeceremonie werd ontwikkeld door Murata Jukou (村田珠光, 1423–1502), een theeceremonie-stijl die gehouden wordt in een kleine, vierkante kamer. Hij maakte gebruik van zowel Chinese als Japanse voorwerpen tijdens de ceremonie. Murata Jukou legde de basis voor de wabi-cha (わび茶, 侘茶, 侘び茶), een simpele theeceremonie-stijl, gehouden in een kamer van 4,5 tatami-matten. Het woord “wabi-cha” werd echter pas in de Edo-periode (1603 – 1867) gebruikt. Daarvoor werd deze stijl “wabisuki” (侘数寄) genoemd. Deze stijl werd verder ontwikkeld door Takeno Jouou (武野紹鴎), die onderwezen werd in de theeceremonie door één van Murata Jukou’s studenten.
In dezelfde plaats als waar Takeno Jouou woonde, Sakai (in de prefectuur Osaka), woonde ook Sen no Rikyuu (1522 – 1591). Hij werd ook theemeester en ontwikkelde deze wabi-stijl verder. De kleinste thee-kamer die ooit gebouwd is, “Tai-an” (待庵) in Kyoto (gebouwd in 1582, tegen het eind van Rikyuu’s leven), was ook zijn ontwerp. Deze kamer heeft een grootte van twee tatami-matten, dus iets kleiner dan 2×2 meter.
In 1579, toen Rikyuu 58 jaar oud was, werd hij theemeester voor Oda Nobunaga, een bekende historische figuur die een grote rol heeft gespeeld in het verenigen van Japan (dat uit allemaal los bestuurde gebieden bestond). Nobunaga stierf in 1582, maar daarna werd Rikyuu één van de drie theemeesters voor Toyotomi Hideyoshi, de tweede man die een grote rol speelde in het verenigen van Japan.
In oktober 1587 organiseerde Toyotomi Hideyoshi de “Grand Kitano Tea Ceremony” (北野大茶湯, “Kitano oochanoyu”) bij de Kitano Tenmanguu (tempel) in Kyoto, waarbij iedereen die de theeceremonie beoefende, was uitgenodigd, ongeacht rang en stand. Toyotomi Hideyoshi’s drie theemeesters (Sen no Rikyuu, Tsuda Sougyuu (津田 宗及) en Imai Soukyuu (今井 宗久)) waren er natuurlijk ook. Het oorspronkelijke idee voor de Kitano oochanoyu was om het tien dagen te laten duren, maar na twee dagen besloot Toyotomi Hideyoshi het evenement weer op te doeken. De exacte reden is niet bekend: misschien omdat er op de eerste avond nieuws werd gebracht van een opstand in de Higo-provincie (nu onderdeel van Kumamoto-prefectuur), of omdat Toyotomi Hideyoshi er gewoon geen zin meer in had.
Elk jaar op 25 februari organiseert Kitano Tenmanguu nog steeds een groot thee-evenement voor ongeveer 3000 bezoekers (梅花祭, “baikasai”), waar je wel een toegangskaartje (van ongeveer 2000 yen) voor moet kopen.
De drie bekendste theeceremonie-stijlen Omotesenke (表千家), Urasenke (裏千家) en Mushakoujisenke (武者小路千家), stammen ook af van Sen no Rikyuu. De kleinzoon van Sen no Rikyuu, genaamd Sen no Sotan (千宗旦), had vier zonen. De oudste zoon, Sen Sousetsu (千宗拙), had geen goede relatie met zijn vader en werd onterfd. De andere drie zonen kwamen elk aan het hoofd te staan van één van bovenstaande stijlen: Sen Sousa (千宗左) aan het hoofd van de Omotesenke, Sen Soushu (千宗守) aan het hoofd van Mushakoujisenke, en Sen Soushitsu (千宗室) aan het hoofd van Urasenke. Ook nu nog heeft het hoofd van elke theeceremonie-stijl respectievelijk Sousa, Soushu of Soushitsu als voornaam (“Sen” is de achternaam van deze familie).
Sousa erfde het hoofdgebouw (“omoya”) van zijn vader, dus daarom heet zijn stijl Omotesenke. Soushitsu erfde een huis achter (“ura”) het hoofdgebouw, dus daarom heet zijn stijl “Urasenke”. Soushu erfde een huis op Mushakouji-straat, waar de naam van zijn stijl vandaan komt.
Urasenke wordt momenteel het meest beoefend in Japan: ongeveer 70% van alle beoefende theeceremonie-stijlen is Urasenke. Omotesenke is daarna de grootste stijl. Theedrinken is tevens vaak een onderdeel om je innerlijke ikigai weer tot rust te krijgen.
Verschillende Japanse theeceremonie-stijlen
Er zijn allerlei verschillende stijlen voor theeceremonie, bijvoorbeeld de Urasenke- of Omotesenke-stijl, maar de benodigdheden komen grotendeels overeen. Elke stijl heeft meerdere theeceremonie-procedures (手前, “temae”), afhankelijk van de spullen die je gebruikt. Voor sommige procedures heb je meer spullen nodig dan voor andere. Elke beweging die gemaakt wordt, is volgens de vaste procedure.
Bij de Bon-procedure passen alle spullen op het dienblad (盆, “bon”), behalve de ketel met heet water (鉄瓶, “tetsubin”, ijzeren ketel) en het afvalwaterbakje (建水, “kensui”). Met een katoenen doekje (茶巾, “chakin”), dat op een speciale manier gevouwen wordt, worden eerst het potje waar het theepoeder in zit (棗, “natsume”) en het bamboe lepeltje (茶杓, “chashaku”) afgenomen. Ook wordt dit doekje gebruikt om de deksel van de ketel tegen te houden bij het inschenken van het hete water (maar alleen door vrouwen).
Eerst wordt de bamboe “kwast” (茶筅, “chasen”) opgewarmd met heet water in de theekom (茶碗, “chawan”) en controleert de theemeester de chasen op splinters, waarna dat water in het afvalwaterbakje wordt geschonken en de theekom afgedroogd.
Vervolgens wordt matcha-theepoeder uit de natsume in de chawan geschept (met de chashaku) en wordt de thee geklopt door de chasen heen en weer te bewegen in de kom.
Nadat de gast de thee heeft opgedronken, kan er nieuwe thee gezet worden voor de volgende gast, of worden de chasen, chawan en chashaku ritueel schoongemaakt (het afvalwater gaat weer in de kensui).
De volgende video laat de Bon-procedure in Urasenke-stijl zien:
Bij de Ryuurei Misonodana (立礼 御園棚)-procedures van de Urasenke-stijl zit de theemeester bijvoorbeeld op een stoel, achter een tafel. Deze theeceremonie-procedure was in 1872 ontwikkeld, omdat Japan op de Wereldtentoonstelling van 1873 (in Wenen) de theeceremonie graag wilde laten zien, maar ze bang waren dat buitenlanders niet zo lang op de grond zouden kunnen zitten.
Bij deze procedure maakt de theemeester ook gebruik van grotendeels dezelfde spullen als bij de Bon-procedure. Het grootste verschil is het hete water, dat bij Bon in het kommetje geschonken wordt met een theepot, en bij Ryuurei Misonodana met een lange houten lepel (in de rechtertafelpoot wordt water warm gehouden). Op de linkerkant van de tafel staat een bak met koud water waarmee de lange houten lepel aan het einde van de theeceremonie afgespoeld wordt.
In Japan kun je op school (middelbare school of universiteit) vaak bij een theeceremonie-club gaan. Bij deze clubs leer je meerdere theeceremonie-procedures, zoals bijvoorbeeld de twee die ik hierboven heb genoemd, maar wel in een bepaalde stijl.
Daarnaast zijn er ook thee-meesters (van allerlei verschillende stijlen) waarbij je als volwassene kan leren hoe je theeceremonies doet.
Benodigdheden voor de ceremonie
Het belangrijkste is natuurlijk de thee zelf: matcha! Deze kun je kopen in blikjes of zakjes. De prijs varieert van een paar euro tot duizenden euro’s per blikje. Hoe duurder de matcha, hoe beter de kwaliteit, maar voor 10 tot 20 euro kun je al redelijk lekkere matcha kopen. Duurdere matcha is feller groen van kleur dan goedkope matcha.
Matcha en een aantal van de hieronder genoemde benodigdheden kun je in de meeste Nederlandse theewinkels wel vinden. Bij de meeste toko’s kun je ook wel matcha kopen, maar die is vaak van mindere kwaliteit (ook veel minder felgroen) en minder lekker om te drinken (wel geschikt om bijvoorbeeld matcha-cake mee te bakken).
In Nederland kun je ook matcha tegenkomen waar suiker aan is toegevoegd, dus controleer altijd de ingrediëntenlijst. Deze suiker wordt toegevoegd omdat pure matcha redelijk bitter smaakt. Bij de theeceremonie wordt dat vaak verzacht door een zoet Japans snoepje te eten voordat je de thee drinkt. Dat kan wagashi (和菓子) zijn, maar een Nederlandse stroopwafel is ook prima!
Matcha drink je uit een theekom (茶碗, “chawan“). Deze theekommen hebben vaak redelijk rechtopstaande randen, maar je hebt ook theeceremonie-kommen die juist een hele schuine rand hebben.
Het matcha-poeder kan klontjes bevatten als je het uit de zak of het blikje schept, dus voordat je de matcha kan gaan kloppen, moet je het eerst door een zeefje (篩, “furui“) duwen. De gezeefde matcha wordt in een potje (棗, “natsume“) bewaard, al kun je ook direct boven een thee-kom zeven als je het zelf gaat drinken.
Het scheppen doe je met een bamboe lepeltje (茶杓, “chashaku“). Omdat dit lepeltje van gebogen bamboe is, mag je ‘m niet afwassen met heet water. Als je dat wel doet, gaat de kromming eruit.
De thee-klopper (茶筅, “chasen“) is ook van bamboe. Als je deze nieuw koopt, zijn de bamboe sprietjes nog mooi gebogen. Van heet water trekt gebogen bamboe echter recht, dus hoe meer je de chasen gebruikt, hoe rechter alle sprietjes worden. Op een gegeven moment kun je er niet meer goed thee mee kloppen, dus ben je aan een nieuwe chasen toe. Voordat je de chasen gebruikt, controleer je eerst of er bamboe-splinters aan zitten. Zo ja, dan kun je die er voorzichtig met je vingers aftrekken. Als je te gast bent bij een theeceremonie, controleert de theemeester of er splinters in de chasen zitten voordat hij of zij er thee mee gaat kloppen.
Als je thee klopt met een chasen, beweeg je de chasen heen en weer totdat het gehele oppervlak egaal gevuld is met kleine luchtbelletjes. Aan het einde maak je nog een ronddraaiende beweging met de chasen (ongeveer zoals een の) voordat je de chasen uit het kommetje haalt.
Tijdens een theeceremonie zul je vaak ook een ijzeren ketel (鉄瓶, “tetsubin“) gevuld met heet water, een afvalwaterbakje (建水, “kensui“) en een katoenen doekje (茶巾, “chakin“) gebruikt zien worden. Deze spullen heb je niet nodig als je thuis een kopje matcha wil maken voor jezelf.
Een theeceremonie meemaken
Als toerist kun je ook een theeceremonie-workshop volgen in Japan. Voorbeelden zijn te vinden op bijvoorbeeld Art of Japanese Tea , Japan Wonder Travel en Trip101, maar je kunt ook bij de receptie van je hostel of hotel vragen waar je in de buurt een theeceremonie-workshop kan volgen! Doe het dan wel meteen op de eerste dag dat je er bent, omdat de workshop misschien pas later in de week plaatsvindt.
Veel theeceremonies worden door Geisha’s gehouden in Kyoto. Dit is een uniek moment om deze prachtige vrouwen aan het werk te zien.
Het is echter ook mogelijk om in Nederland een Japanse theeceremonie-workshop (met matcha) te volgen. Voorbeelden daarvan zijn de workshop bij Japan-Holland-Link (35 euro p.p.) of bij Ambaran Artgroup (gratis op verschillende anime-conventies in Nederland).
Enkele veel gestelde vragen over de thee-ceremonie
Hiermee wordt ook de Japanse theeceremonie bedoeld. Je schrijft het als 茶の湯, letterlijk “heet water van thee”.
Op sommige locaties is het mogelijk om een kimono aan te (laten) doen, maar zo niet: draag zo mogelijk nette of egaal gekleurde kleding, geen (overheersend of sterk) parfum/geurtje, en geen grote/opvallende sieraden. Draag ook het liefst witte sokken. Zorg ook dat je niet te laat komt! Je kunt het beste 10 minuten te vroeg aanwezig zijn.
Het is onbeleefd om het snoepje niet op te eten of de thee niet op te drinken. Voordat je besluit om naar een theeceremonie in Japan te gaan, is het dus handig om in Nederland al uit te proberen of je matcha en wagashi lekker vindt. Wagashi is echter niet makkelijk te vinden in Nederlandse winkels, maar als je mochi (te koop in de toko) lekker vindt, is er een grote kans dat wagashi je ook wel smaakt!
Als de theemeester de thee bereidt, wordt er niet gepraat. Op dat moment kun je luisteren naar het gieten van het water en het kloppen van de thee, terwijl je ook de omgeving in je opneemt. Er is altijd wel de mogelijkheid om vragen te stellen, en bij theeceremonies voor toeristen in Japan, zal er ook meer uitleg worden gegeven. Je kan ook altijd vragen stellen. De kalligrafie en bloemen die in de theeceremonie-kamer staan, zijn speciaal uitgezocht op het seizoen. Hier kan je bijvoorbeeld een vraag over stellen en complimenten over geven.
Dit artikel is geschreven door Selene Broers